De scheidslijn tussen zorg verlenen en parasiteren op de patiënten is niet altijd goed te trekken in de zorg, in dit geval, de psychiatrie. Je vraagt je af hoe lang de psychiatrie hiermee door kan gaan.

Alwin Bruins
4 min readNov 13, 2021

Laat ik er een punt van maken: ik ben psychiatrisch patiënt en wil graag weer als normaal beschouwd worden. Dat is een hele klus. En ook weer niet. Ik weet niet eens meer wat normaal is. Hoe ik het zie is nogal tijdsafhankelijk. Ik vind het zo moeilijk daar over te praten. Want ik wil ook eenvoudig schrijven. Kan ik dat wel? Ik heb tijdelijke indrukken waarvan ik vind: ja dat is goed, want dat is waar. Door zo’n denkbeeld ben ik dan geïnspireerd. En het volgende moment ben ik het weer vergeten. Sta ik weer met lege handen. Terwijl het zo’n goed inzicht was.

Er is iets in mij actief dat mij vergeetachtig maakt en dat heeft te maken met de medicatie die ik gebruik tegen psychoses. Het steekt zo nauw hoe je iets schrijft. Moet ik iets schrijven op zo’n manier dat duidelijk is dat blijkt dat ik het zeker weet? In deze zin heb ik me nauwkeurig verwoord, maar is het voor de lezer wellicht ingewikkeld zich in de schrijver in te leven.

Wat ik zag en zag dat dat waar was, is dat de psychiatrie degelijk is, het is niet toevallig zo georganiseerd, er zijn waarborgen ingebouwd in de organisatie die maken dat het belang van de patiënt niet ondergesneeuwd raakt. Vandaar toch dat de woorden van de psychiater voor de rechter zo van doorslaggevend belang zijn. Waarvan ik voel dat mijn belang ondergesneeuwd is.

Waarom heb ik zo lang in de centrale opvang doorgebracht? Dit zeg ik, omdat de duur van mijn verblijf in de centrale opvang door de psychiaters tegen mij gebruikt wordt. Wel meer dan een jaar misschien, onderbroken door de twee periodes die ik in het buitenland heb doorgebracht en mij onttrokken heb aan de psychiatrische bemoeienis met mij. De psychiatrie weet hoe ik het verafschuw psychiatrisch patiënt te zijn. De psychiatrie beschouwt dit als een indicator dat ik vluchtgevaarlijk ben. De manieren die mij voorhanden waren om mijn waarheid te berde te brengen en mij te verzetten tegen de psychiater in kwestie, wordt door de psychiaters tegen mij gebruikt. Hoe ze er op komen zoiets tegen mij te gebruiken weet ik niet. Waarschijnlijk vinden ze zichzelf een een of andere god of zo en het is not done om je tegen de aanpak van een god te verzetten.

Op zich is mijn contact met de psychiatrie nu best wel redelijk goed. Ik heb geen problemen met een bepaald persoon, in het algemeen. Ik zit meestal dan ook alleen thuis. Dan heb je ook minder bemoeienis met de psychiatrie. De omstandigheid dat ik mij genoodzaakt voelde politiek asiel aan te vragen in een buitenlandse ambassade is nu verdwenen. Ik heb dus, als je het nog niet wist, op 21 augustus 2020 politiek asiel aangevraagd in de Peruaanse ambassade in Berlijn. Misschien dat ik daar nog eens op terugkom.

Laat ik dan duidelijk zijn: ik wil macht, macht over mezelf, macht die in deze wereld op dit moment uitgeoefend wordt door mensen die zeggen dat je pas normaal bent als je de werkelijkheid (weer) als ééndimensionaal ervaart. Ik wil ook graag op die manier functioneren, maar is het niet het kind met het badwater weggooien ervaringen van andere dimensies als niet relevant af te doen? Daarmee zou ik 15 jaar van mijn leven waarin ik veel andere dimensies heb meegemaakt weggooien.

Een voorbeeld dat ik me in de richting van normaal ontwikkel, is dat ik als niet-gevaccineerde achter het coronabeleid van dit kabinet sta. Ik wil geen virus overbrengen op anderen, dus ik begrijp dat men in de horeca en andere gelegenheden mij om een QR-code vraagt.

Het is volgens mij zo dat de psychiatrie er niet voor terugschrikt patiënten het etiket “niet-normaal” te geven, om hen vervolgens wél als normaal te behandelen. Klinkt ons dit niet ideaal in de oren? Zo ideaal is het niet. De psychiatrie kan zijn diagnose van een patiënt ook kort door de bocht tegen de patiënt zeggen, en tegen de rechter en tegen de familie van de patiënt, in al die situaties waar het strategisch machtsevenwicht tussen de psychiatrie en patiënt in gevaar zou kunnen komen.

Er zijn genoeg patiënten die zich hiertegen verweren, maar het argument van de psychiatrie is bijna altijd doorslaggevend. Want hoe kan een patiënt zich effectief verweren, als hij of zij zich in verwardheid toont op het moment dat de psychiatrie suggereert de oorzaak van de verwardheid te kennen. Dit is een spelletje waar de psychiater heel bedreven in is. De patiënt is ziek, dus hij of zij is ziek. Hier moet natuurlijk wel een ziektebeeld aan ten grondslag liggen. Ik heb me er altijd zeer tegen verzet op het moment dat de psychiatrie deed alsof zij mij beter kende dan ik mezelf kende. Ik ben zelf de basis van mijn eigen gezondheid. Diep van binnen ben ik dus gezond, en niet ziek. De hoofdmoot van de verzorging in de psychiatrie probeert de patiënt aan te praten dat hij of zij ziek is. Dat is dus niet iemand in zijn zelfstandigheid bevestigen. Dit zou het hoogste ideaal van elke medicus moeten zijn.

Er zijn inderdaad dus veel parasieten in de zorg. De scheidslijn tussen zorg verlenen en parasiteren op patiënten is niet altijd goed te trekken in de zorg. Je vraagt je af hoe lang de zorg, in dit geval de psychiatrie, hiermee door kan gaan.

--

--

Alwin Bruins

Solace. Healer. Independent writer. Sociologist. Caregiver to psychiatrists. Looking for more work.